Bijsluiter
Naam van het diergeneesmiddel
Vetmedin®
1,5 mg/ml orale oplossing voor honden
Samenstelling
Per ml:
Actief bestanddeel:
Pimobendan: 1,5 mg
Hulpstoffen:
Sorbinezuur (E200): 3,0 mg
Ascorbinezuur (E300): 7,0 mg
Heldere, kleurloze tot gele tot lichtgroene tot lichtbruine oplossing.
Doeldiersoort(en)
Hond.
Indicaties voor gebruik
Voor de behandeling van congestief hartfalen bij honden veroorzaakt door dilatatieve cardiomyopathie (DCM) of hartklepinsufficiëntie (mitralis- en/of tricuspidalisklep regurgitatie).
Ter behandeling van dilatatieve cardiomyopathie in het preklinische stadium (asymptomatisch met een vergroting van de linkerventriculaire eind-systolische en eind-diastolische diameter) bij Dobermann Pinschers na echocardiografische bevestiging van de hartaandoening.
Contra-indicaties
Gebruik pimobendan niet bij hypertrofische
cardiomyopathieën of bij aandoeningen waarbij een
verbetering van het hartminuutvolume niet mogelijk is
vanwege functionele of anatomische redenen (b.v. aorta
stenose).
Niet gebruiken indien er sprake is van een ernstig
verminderde leverfunctie, aangezien pimobendan
hoofdzakelijk gemetaboliseerd wordt via de lever.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame
bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Speciale waarschuwingen
Het diergeneesmiddel is niet getest bij gevallen van asymptomatische DCM in Dobermanns met atriumfibrillatie of ononderbroken ventriculaire tachycardie.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Bij honden met bestaande diabetes mellitus dient het
glucosegehalte in het bloed gedurende de behandeling
met pimobendan regelmatig te worden gecontroleerd.
Voor toepassing in het preklinische stadium van
dilatatieve cardiomyopathie (asymptomatisch met een
vergroting van de linkerventriculaire eind-systolische en
eind-diastolische diameter) dient de diagnose gesteld te
worden door middel van een uitgebreid hartonderzoek
(incl. echocardiografisch onderzoek en indien mogelijk
Holter-monitoring).
Bij dieren die met pimobendan worden behandeld wordt controle van de hartfunctie en morfologie aanbevolen.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de
persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Personen met een bekende overgevoeligheid voor
pimobendan of één van de hulpstoffen moeten contact
met het diergeneesmiddel vermijden.
Het diergeneesmiddel kan huid- en oogirritatie
veroorzaken. Vermijd contact met de huid en ogen. In
geval van blootstelling aan de ogen of morsen op de
huid, onmiddellijk grondig spoelen met water. Handen
wassen na gebruik.
Accidentele ingestie, vooral door een kind, kan leiden
tot het optreden van tachycardie (verhoogde hartslag),
orthostatische hypotensie (plotselinge lage bloeddruk
bij opstaan na zitten of liggen), blozen in het gezicht en
hoofdpijn.
Laat een gevulde spuit niet onbewaakt achter om
accidentele ingestie te voorkomen. De fles en gebruikte
spuit moeten in de originele doos bewaard worden om
te voorkomen dat kinderen in contact komen met het
diergeneesmiddel.
Sluit de fles direct goed af met de dop nadat u de
benodigde hoeveelheid eruit heeft gehaald. Gebruik en
bewaar het diergeneesmiddel buiten het zicht en bereik
van kinderen.
In geval van accidentele ingestie dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket
te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen
tijdens dracht en lactatie bij teven.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelende dierenarts. Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene of foetotoxische effecten. In deze onderzoeken zijn bij hoge doseringen echter tekenen van maternotoxische en embryotoxische effecten gezien en is gebleken dat pimobendan in de melk wordt uitgescheiden.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere
vormen van interactie:
In farmacologische onderzoeken is geen interactie
tussen het hartglycoside ouabain (strofantine) en
pimobendan waargenomen. De door pimobendan
geïnduceerde toename in de contractiliteit van het hart
wordt verzwakt door de calciumantagonisten verapamil
en diltiazem en de ß-antagonist propranolol.
Overdosering:
In geval van overdosering kan een positief chronotroop
effect, braken, apathie, ataxie, hartruis of hypotensie
voorkomen. In deze situatie dient de dosering te worden
verlaagd en dient een passende symptomatische
behandeling te worden gestart.
Bij langdurige blootstelling (6 maanden) van gezonde
Beagles aan 3 tot 5 keer de aanbevolen dosering, werd
bij sommige honden verdikking van de mitralisklep en
hypertrofie van het linkerventrikel waargenomen. Deze
veranderingen zijn van farmacodynamische oorsprong.
Belangrijke onverenigbaarheden:
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de
verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
Bijwerkingen
Hond:
Zelden (1 tot 10 dieren/10.000 behandelde dieren):
- Braken1, diarree2
- Anorexie2, lethargie2
- Verhoogde hartslag1,3
- Toename van mitralisklepregurgitatie4
Zeer zelden (<1 dier/10.000 behandelde dieren,
inclusief geïsoleerde meldingen):
- Petechiën op de slijmvliezen5, bloeding (subcutaan)5
1. Deze effecten zijn dosisafhankelijk en kunnen worden vermeden door de dosis te verlagen.
2. Voorbijgaand.
3. Door een licht positief chronotroop effect.
4. Waargenomen tijdens langdurige behandeling met pimobendan bij honden met aandoeningen van de mitralisklep.
5. Een relatie met pimobendan is niet duidelijk vastgesteld, de tekenen verdwijnen als de behandeling wordt stopgezet.
Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze
manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel
voortdurend worden bewaakt. Indien u bijwerkingen
vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, of u vermoedt dat het geneesmiddel niet heeft
gewerkt, neem dan in eerste instantie contact op met
uw dierenarts.
U kunt bijwerkingen ook melden aan de houder van de
vergunning voor het in de handel brengen of zijn lokale
vertegenwoordiger met behulp van de contactgegevens
aan het einde van deze bijsluiter of via uw nationale
meldsysteem:
BE: adversedrugreactions_vet@fagg-afmps.be
NL: Agentschap College ter Beoordeling van
Geneesmiddelen - Bureau Diergeneesmiddelen
Bijwerking diergeneesmiddel melden via:
www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl
Dosering voor elke diersoort, toedieningswijzen en toedieningswegen
Oraal gebruik.
De fles voor of tijdens gebruik niet schudden om schuimvorming te voorkomen.
Om een juiste dosering te waarborgen dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk bepaald te worden.
Een dosering van 0,2 mg tot 0,6 mg pimobendan/kg lichaamsgewicht, verdeeld over twee toedieningen per dag, dient te worden aangehouden. De aanbevolen dagelijkse dosering is 0,5 mg pimobendan/kg lichaamsgewicht, verdeeld over twee toedieningen per dag met een interval van ongeveer 12 uur (d.w.z. 0,25 mg/kg lichaamsgewicht, overeenkomend met 0,17 ml van het diergeneesmiddel twee maal per dag). De oplossing dient gegeven te worden met de bijgevoegde doseerspuit in de verpakking. De spuit heeft een verdeling in kg lichaamsgewicht met stappen van 0,5 kg tot een lichaamsgewicht van 12 kg en past op de fles. Elke verhoging van 1 kg komt overeen met 0,25 mg pimobendan. Voor elke toediening moet het totale lichaamsgewicht van het dier worden aangehouden. Bijvoorbeeld voor een hond van 6 kg moet het diergeneesmiddel opgetrokken worden tot de 6 kg-markering op de spuit voor elke toediening (dit komt overeen met 0,25 mg pimobendan/kg lichaamsgewicht per toediening). Dien niet meer toe dan de aanbevolen dosering.
Elke dosis dient rechtstreeks in de bek ingegeven te
worden op een lege maag, ongeveer een uur voor het
voeren. Sluit de fles na toediening goed af met de dop.
Maak de buitenkant van de spuit na elk gebruik schoon
met een schone, droge doek of tissue. Gooi de gebruikte
tissue direct weg.
Als de spuit verstopt raakt, spoel deze met water
zonder de zuiger te verwijderen en veeg de buitenkant
van de spuit af met een schone doek of tissue. Om
verontreiniging te voorkomen mag u de meegeleverde
spuit alleen gebruiken om deze orale oplossing
toe te dienen. De gebruikte spuit samen met het
diergeneesmiddel in de oorspronkelijke verpakking
bewaren.
Pimobendan kan gebruikt worden in combinatie met een diureticum, zoals furosemide.
Aanwijzingen voor een juiste toediening
Het diergeneesmiddel bestaat uit een fles, die afgesloten is met een kindveilige dop A, een tweede kindveilige dop met geïntegreerde plug-in adapter B en een doseerspuit met kg lichaamsgewichtverdeling C.
Schud de fles niet voor gebruik (dit voorkomt
schuimvorming). Open de fles rechtop door de kindveilige
dop A naar beneden te drukken en tegelijkertijd de dop
tegen de klok in te draaien.
Gooi de witte dop A weg.
Sluit de fles goed af met dop B en draai tegelijkertijd de dop met de klok mee. Dop B heeft een geïntegreerde plug-in adapter, welke automatisch op de fles A wordt bevestigd. Zorg ervoor dat de dop goed gesloten is zodat de adapter goed op de fles zit.
Verwijder dop B van de fles door de kindveilige dop naar
beneden te drukken en tegelijkertijd tegen de klok in te
draaien en druk voorzichtig het uiteinde van doseerspuit C
op de fles.
Draai de fles en de spuit ondersteboven.
Trek de zuiger naar buiten en vul de doseerspuit tot de door
uw dierenarts voorgeschreven dosis.
Draai de fles rechtop en verwijder de doseerspuit van de fles.
Sluit de fles met dop B.
Breng het uiteinde van de doseerspuit C in de bek van uw hond en druk de zuiger in om de voorgeschreven dosering toe te dienen.
De informatie is ook beschikbaar via de volgende link: info.vetmedin.com/eu
Wachttijd(en)
Niet van toepassing.
Bijzondere bewaarvoorschriften
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 30 °C.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire
verpakking: 8 weken.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste
gebruiksdatum vermeld op de doos en de fles na Exp.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag
van de maand.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via
afvalwater of huishoudelijk afval.
Maak gebruik van terugnameregelingen voor de
verwijdering van ongebruikte diergeneesmiddelen of
uit het gebruik van dergelijke middelen voortvloeiend
afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale
voorschriften en nationale inzamelingssystemen die van
toepassing zijn. Deze maatregelen dragen bij aan de
bescherming van het milieu.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met
overtollige diergeneesmiddelen dient te doen.
Indeling van het diergeneesmiddel
Diergeneesmiddel op voorschrift.
Nummers van de vergunningen voor het in de handel brengen en verpakkingsgrootten
BE: BE-V664358
NL: REG NL 133411
Kartonnen doos met 1 fles gevuld met 50 ml en 1 doseerspuit met een kg lichaamsgewicht verdeling in stappen van 0,5 kg.
Datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien
BE: 05/2025
NL: 06/2025
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar in de diergeneesmiddelendatabank van de Unie (https://medicines.health.europa.eu/veterinary).
Contactgegevens
Houder van de vergunning voor het in de handel
brengen en fabrikant verantwoordelijk voor de vrijgifte:
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
55216 Ingelheim/Rhein
Duitsland
Lokale vertegenwoordigers en contactgegevens voor het
melden van vermoedelijke bijwerkingen:
België:
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA
Avenue Arnaud Fraiteurlaan 15-23,
1050 Brussel
Tel: + 32 2 773 34 56
Nederland:
Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands B.V.
Basisweg 10
1043 AP Amsterdam
Tel: +31 20 799 6950
| NL: Kanalisatie: UDA |